Voor Robert Mühren van AZ is het een vloek en een zegen om telkens in te vallen en een goal te maken. Want zijn trainer zal denken: zie je wel, hij fungeert beter als invaller dan als basisspeler. En als Muhren niet scoort, dan slinken de kansen op speelminuten sowieso.
Basisplaats Robert Muhren
Robert Mühren is een van de drie spitsen bij AZ, vorig seizoen de nummer drie in de Eredivisie. Wout Weghorst en Fred Friday verdelen de basisplekken, terwijl Mühren het moet doen met de kruimels als invaller. Wel maakte hij in zijn vijf laatste invalbeurten liefst zes goals.
Voor Mühren is het een lastig onderwerp. De 27-jarige spits weet dat een grote mond niet zo gewaardeerd wordt in Alkmaar, ook al is hij inmiddels clubtopscorer. “’Tja, wat moet ik daar op zeggen. Laat ik er maar niets op zeggen”, besluit hij.
Heeft Eredivisie penaltysyndroom?
Gemiddeld genomen gaat tachtig procent van de strafschoppen erin. Dat percentage neemt af, als er na de wedstrijd een strafschoppenserie plaatsvindt. Dan staat er zoveel druk op de tweede, derde, vierde en vijfde penalty, dat de slaagkans allengs vermindert. Maar in de Eredivisie zijn er geen series, alleen losse penalty’s in de reguliere speeltijd, zodat je een slagingspercentage van rond de tachtig zou verwachten.
Dit seizoen wordt daar voorlopig nog niet aan getipt. Van de 26 keer dat de bal op de stip werd gelegd, belandde hij 18 keer in het net: 69 procent. Een rondgang langs wat Europese competities wijst uit dat het toch niet zo’n wanhopige score is. De Spaanse Liga doet het oke met 75 procent en de Serie A mag niet mopperen met ruim 77 procent. Maar de Engelse Premier League doet het met onder de 73 procent mager en de Duitse Bundesliga scoort zelfs slechter dan de Eredivisie: 66 procent.